De afscheidingsmythe van de Cursus benadrukt dat de wereld is gemaakt als verdediging tegen schuld, en tegen de angst dat God het afgescheiden bestaan, dat de Zoon voor zichzelf wenste – met als resultaat miljarden fragmenten – van hem af zou pakken. Ik begrijp niet hoe dit verband houdt met wat volgens mij de meest fundamentele angst is: de angst voor de dood. En ik vraag me af waarom deze afgescheidenheid geen individuen heeft voortgebracht die eeuwig leven.

Antwoord: Vanuit ons perspectief als afgescheiden lichamen in de wereld, lijkt de angst voor de dood inderdaad een van onze meest fundamentele angsten te zijn. Vanuit het perspectief van Jezus is echter niet onze angst voor de dood het probleem, maar de aantrekkingskracht ervan. Dit wordt gedetailleerd besproken bij ‘de derde blokkade voor vrede’ (T19.IV.C). Het geloof in de dood is de hoeksteen van het egodenksysteem. Volgens de mythe van het ego ontstond ons schijnbaar afgescheiden bestaan ten koste van God: het vereiste Zijn dood en de vernietiging van de Eenheid. Door te geloven dat God het leven dat wij van Hem gestolen hebben uiteindelijk terug zal stelen door de dood, bewijzen we dat de afscheiding werkelijk is, een zonde waarvoor we door God worden gestraft.

De ironie van alle egoverdedigingen, inclusief de fragmentatie van de denkgeest en de schijnbare projectie van deze fragmenten op een wereld van vormen, is dat ze niet werken, ondanks de egobelofte dat ze zijn doel zullen dienen. Zolang we ons identificeren met het ego kan niets ons veiligheid bieden, kan niets ons beschermen tegen Gods wraak, want de dood is onvermijdelijk. En dat is waar we bang voor denken te zijn.
Wat de egoverdedigingen echter wel bereiken – maar wat we niet onder ogen willen zien en niet willen accepteren – is dat onze focus ligt op wat zich buiten onszelf bevindt, op de wereld, het lichaam en de dood. Daardoor zien we niet dat we de hele situatie verzonnen hebben, van het begin tot het einde in de dood, en dat niets ervan waar is. Lichamen lijken te sterven, maar we zijn geest, voor eeuwig geschapen door God. De dood van het lichaam heeft niets met ons te maken, tenzij we dat willen geloven. En dat willen we alleen maar als we willen dat de gedachte van afscheiding en dood werkelijk is, en we geïdentificeerd willen blijven met het ego – en dat is wat we doen! Daarom spreekt Jezus over onze aantrekkingskracht tot de dood, verborgen onder onze schijnbare angst ervoor.

Vrijwel al ons bewuste denken staat op-z’n-kop. Onze conclusies lijken terecht te zijn, omdat ze alles zijn wat we weten. Daarom probeert Jezus door middel van Een cursus in wonderen geleidelijk de verdedigingslagen af te pellen, die we hebben omarmd om onze aantrekkingskracht tot de dood buiten ons bewustzijn te houden. Dan kunnen we gaan zien wat we werkelijk geloven en kiezen. Als we gaan beseffen dat we er daadwerkelijk voor kiezen om in de dood te geloven, zullen we bereid zijn om een andere keuze te maken – de keuze voor een leven dat geen tegendeel kent in de dood (WdI.167.1) en dat niets te maken heeft met lichamen.

Wat je laatste vraag betreft: hoeveel verhalen het ego ook heeft verzonnen, niet één daarvan gaat over ‘individuen die eeuwig leven’. De afscheiding werd gemaakt om het tegendeel te zijn van God en de Hemel, die eeuwig zijn. Daarom kan het ego alleen proberen oneindigheid en eeuwigheid na te bootsen (zie o.a. T4.I.11; T4.V.6:1-2). Zelfs de moderne wetenschappers zien de ogenschijnlijk meest indrukwekkende ego-prestatie, het uitdijende universum van tijd en ruimte, als iets dat uiteindelijk weer zal ineen zal storten.

 

 

Miracles in Contact Facebook Page  Miracles in Contact YouTube Page  Miracles in Contact Instagram Pagina