Ik ben er bijna in geslaagd – wanneer ik niet in mijn lichaam maar in de geest ben, en één met het Zoonschap – om liefde te voelen wanneer ik verslagen lees over soldaten, gedood in Irak. Maar ik heb er moeite mee als ik mezelf, als één met het Zoonschap, verplaats in de positie van de moeders en vaders van hen die gedood en gewond zijn. Help me alsjeblieft.
Antwoord: Het kan het ego niet schelen of we in staat zijn in vrede te zijn over een situatie, zo lang er maar andere situaties overblijven die ons in onvrede brengen. Voor het ego is het allemaal hetzelfde. Want het onuitgesproken doel ervan is om ons in conflict te houden. Het ego gedijt op het geloof in slachtoffers en daders. En het doet er niet toe of we onszelf of iemand met wie we ons identificeren als slachtoffer zien – inclusief soldaten en hun familie. Het is alleen essentieel dat de dynamiek van slachtofferschap voor ons werkelijk is. Kunnen we ons ook één voelen met de dader – zoals de rebellen van Irak, of de zogenaamde terroristen – en nog altijd liefde voelen? Dat is mogelijk, maar dat is niet iets dat we op eigen houtje kunnen doen. Eerst moeten we alle blokkades begrijpen die we tussen onszelf en vrede geplaatst hebben.
Wij hebben de wereld met al zijn gevechten en oorlogen – op het interpersoonlijke en op het internationale vlak – gemaakt om onszelf ervan te overtuigen dat de afscheidingsgedachte waar is, maar dat we er niet verantwoordelijk voor zijn. En zo lijken het krachten buiten onszelf, apart van ons, die ons treffen op manieren waarover we geen controle hebben. Met andere woorden: er zijn slachtoffers en daders. Onze investering in dit denksysteem gaat veel dieper dan de meesten van ons zelfs maar begínnen te begrijpen. Want het houdt de schuld over onze pijn en ons lijden buiten onze eigen denkgeest, zodat we nooit onze eigen rol zien als we kiezen voor pijn vanwege onze keuze voor afscheiding. Toch zijn de twee keuzes – afscheiding en pijn – intrinsiek en onvermijdelijk met elkaar verbonden. In feite zijn ze dezelfde keuze. Maar het is het doel van het ego en van de wereld, om die relatie voorgoed uit ons bewustzijn te wissen.
We zullen nooit echt in vrede kunnen zijn en de oprechte liefde van het Zoonschap kunnen ervaren, totdat we dat verband herkennen, en om Hulp vragen bij het ongedaan maken van ons geloof in afscheiding en in onze eigen schuld daaraan. Want uiteindelijk beschuldigen we onszelf van de afscheiding van God en het in gang zetten van een wereld van pijn en lijden. Maar zolang we die verantwoordelijkheid niet wensen te aanvaarden, zodat die keus ongedaan kan worden gemaakt, kunnen we alleen maar worstelen en slagen we er niet in vrede en liefde te vinden in situaties die allesbehalve vredig en liefdevol lijken.
De sleutel tot de genezing van onze waarneming van pijn in de wereld is leren herkennen dat de uiterlijke situatie nooit de oorzaak is van ons verlies van vrede. Het is altijd de beslissing in onze denkgeest om afgescheiden van liefde te zijn. En we kunnen deze beslissing niet zelf te boven komen door er simpelweg voor te kiezen onszelf als één met anderen te zien. Eerst moeten we kijken naar onze investering in het zien van onszelf als afgescheiden wezens in elke vorm die we werkelijk maken in ons leven, zonder ons daar verantwoordelijk voor te voelen. Door ons in onze denkgeest met Jezus of met de Heilige Geest te verbinden, aanvaarden we de correctie van ons geloof in afscheiding, zonder ons schuldig te voelen. Want zij veroordelen ons niet voor de waanzinnige maar onmogelijke gedachte dat we de liefde hebben aangevallen door onze wens afgescheiden te zijn. Als de schuld in onze eigen denkgeest, die de bron is van onze pijn, genezen wordt, dan zien we de pijn en het lijden van de wereld als niets anders dan het misleidende resultaat van de onjuiste beslissingen die ieder fragment van het Zoonschap voor zichzelf neemt, net zoals wijzelf gedaan hebben.
In het begin van het Tekstboek van Een cursus in wonderen staat een prachtig gebed, dat kan dienen als een behulpzame herinnering aan waar dit proces van kiezen tussen het ego en de Heilige Geest altijd over gaat:
Ik moet de verkeerde keuze hebben gemaakt, want ik ben niet in vrede.
Ik heb die keuze zelf gemaakt, maar ik kan ook anders kiezen.
Ik wil anders kiezen, omdat ik in vrede wil zijn.
Ik voel me niet schuldig, want de Heilige Geest zal alle gevolgen van mijn verkeerde keuze ongedaan maken als ik Hem laat begaan.
Ik kies ervoor Hem te laten begaan, door toe te laten dat Hij voor mij voor God kiest (T5.VII.6:7-11).
Voor andere antwoorden die verband houden met hoe naar de oorlog in Irak en naar oorlog in het algemeen te kijken verwijs ik naar de laatste alinea van V#037 , alsook naar V#143 en V#239 .