Voordat ik Een cursus in wonderen kende dacht ik dat ‘bovennatuurlijke’ krachten of vermogens spirituele gaven van God waren. Dat goede mensen ze gebruiken voor goede dingen en slechte mensen voor kwaadaardige dingen. De bespreking in het Handboek voor leraren geeft me beter begrip, maar ik heb toch nog enkele vragen. Kun je uitleggen wat bovennatuurlijke krachten precies zijn en hoe ze werken in relatie tot onze gespleten denkgeest en het lichaam? En als iemand zich ervan bewust is dat hij bovennatuurlijke vermogens heeft, hoe kan hij ze dan het beste gebruiken? Ik heb een paar bovennatuurlijke vermogens. De Cursus zegt dat dit krachten zijn die de Heilige Geest wil gebruiken en nodig heeft. Ik denk dat ik de valkuilen van het ego begrijp, maar kun je toch wat suggesties of voorbeelden geven over hoe bovennatuurlijke krachten gebruikt kunnen worden voor een heilig doel?
Antwoord: Als je bedenkt dat de Cursus zegt dat we denkgeest zijn, buiten tijd en ruimte, en dat alle denkgeesten verbonden zijn, ofwel schijnbare fragmenten zijn van de ene gespleten denkgeest, dan verliezen bovennatuurlijke krachten iets van hun mysterie. De enige reden waarom we denken dat ze zo speciaal zijn, is omdat we ten onrechte geloven dat we het lichaam zijn. Dit maakt deel uit van het slimme plan van het ego om ons onbewust te houden van de denkgeest (T20.VI.11:1-3). Tijd en ruimte zijn illusoire constructies van de gespleten denkgeest, die op een illusoire wereld van vorm worden geprojecteerd. Daardoor blijven we onbewust van onze denkgeest en focussen ons in plaats daarvan op de wereld en op ons lichaam (T1.VI.3:4-6; T26.VIII.1:3-5).
De meeste bovennatuurlijke vermogens geven toegang tot informatie, die ver weg lijkt van waar we onszelf binnen tijd en ruimte lijken te bevinden. Maar tijd is niet echt lineair en alles in de gespleten denkgeest bestaat feitelijk tegelijkertijd (T26.V.3:3-7). Daarom is alles wat gebeurd is, wat nu schijnt te gebeuren en wat in de toekomst kan gebeuren, in potentie beschikbaar voor ieder schijnbaar afgescheiden fragment. Alleen een – vaak op angst gebaseerde – beslissing van elke individuele denkgeest houdt alle informatie in de gespleten denkgeest ontoegankelijk.
Het lichaam en de hersenen hebben niets te maken met bovennatuurlijke vermogens, omdat zij zelf niets anders zijn dan geprojecteerde beelden van de gespleten denkgeest. Informatie over lichamen – in het verleden, het heden of de toekomst, dood of levend, geboren of ongeboren – is simpelweg informatie over de beelden die zich in de holografische denkgeest bevinden, al dan niet geprojecteerd in de wereld van vorm op een bepaald punt in tijd en ruimte (T28.I.5:3-9). De denkgeest is holografisch in die zin dat elk deel het geheel bevat. Dus het ‘lezen’ van voorbije levens, het spreken met overleden vrienden, familieleden en spirituele gidsen, het voorspellen van de toekomst (riskant qua waarschijnlijkheid, omdat er op het niveau van de vorm altijd opties zijn waaruit de denkgeest kan kiezen), zich bewust zijn van wat op afgelegen locaties, onzichtbaar voor het oog, bestaat of gebeurt: al deze dingen zijn gemakkelijk te begrijpen als we eenmaal de holografische aard van de denkgeest herkennen.
Er zijn nog andere, minder gebruikelijke bovennatuurlijke krachten, zoals bovennatuurlijke genezing, en het fysiek veranderen van dingen binnen de dimensie van tijd en ruimte, die 'de fysieke wetten lijken te tarten'. Hier gaat het eenvoudig over het vermogen van de denkgeest om toegang te krijgen tot de geprojecteerde beelden in het hologram en daarin veranderingen te projecteren. De conventionele ‘wet van oorzaak en gevolg’ in de wereld lijkt dan niet te gelden. Deze wet is sowieso illusoir (T28.I.6:1-4). Want het is altijd alleen een beslissing van de denkgeest die tot veranderingen in de wereld leidt, niet iets in de wereld zelf. Maar de meesten van ons zijn zich niet bewust van deze keuze in de denkgeest, die voortkomt uit het ego. Als we onszelf zomaar toestonden de kracht te erkennen die in de denkgeest schuilt, dan zou de wereld zijn waarde als verdediging snel verliezen, want we kunnen geen slachtoffer zijn van een wereld waarover onze denkgeest heerst (H5.II.1,2). Het enige (verborgen) doel van het ego met de wereld en het lichaam is ons ervan te overtuigen dat pijn wordt veroorzaakt door een wereld die we niet kunnen beheersen, ook al doen we nog zo ons best om onszelf als lichaam te beschermen. En daardoor vergeten we dat pijn het gevolg is van de keuze voor afscheiding in onze denkgeest.
Dus alle bovennatuurlijke krachten komen voort uit het ego, maar we houden de meeste ervan buiten ons bewuste gewaarzijn, want ze kunnen ons geloof in de werkelijkheid van de illusie aan het wankelen brengen. Het ego waarschuwt ons voor de gevaren van bovennatuurlijke krachten, want zijn doel is ons zonder denkgeest te laten. Zelfs als we ontdekken dat we zulke vermogens hebben, zal het ego graag zíjn interpretatie geven over hun ‘speciale’ waarde, waardoor onze herkenning van wat ze voor de denkgeest betekenen wordt geminimaliseerd. We gebruiken ze dan om ons geloof in magie, verschillen en speciaalheid te versterken; alsof het speciale gaven zijn, goddelijk 'toegekend' aan uitverkorenen.
Je geeft een bovennatuurlijke kracht aan de Heilige Geest zodat Hij het kan gebruiken, wanneer je niet zelf beslist over het gebruik ervan. Alles wat ons perspectief uitbreidt voorbij de dimensie van tijd en ruimte – waartoe ons lichaam ons lijkt te beperken – kan nuttig zijn. Als we het tenminste gebruiken als een middel en niet als doel op zich (H25.3:5), zoals het ego. Want dan wordt het speciaalheid. Zoals Jezus opmerkt in de paragraaf over bovennatuurlijke krachten, waar je naar verwijst: “Communicatie is niet beperkt tot het kleine scala kanalen dat de wereld waarneemt …. De beperkingen die de wereld aan communicatie oplegt, zijn de voornaamste hinderpalen voor het rechtsreeks ervaren van de Heilige Geest, wiens Tegenwoordigheid er aldoor is en wiens Stem beschikbaar is voor wie wil horen. Deze beperkingen zijn opgelegd uit angst, want zonder dat zouden de muren die alle afgescheiden plaatsen in de wereld omringen, omvallen op de heilige klank van Zijn Stem. Wie deze beperkingen op enigerlei wijze overstijgt, wordt alleen maar meer natuurlijk. Hij doet niets speciaals, en bij wat hij tot stand brengt komt geen magie te pas” (H25.2:2,5-8).
De enige manier om er zeker van te zijn dat we bovennatuurlijke vermogens – of welk talent ook – aan de Heilige Geest geven, is in de eerste plaats eerlijk naar onszelf zijn over de uit het ego voortgekomen redenen waarom we ze persoonlijk kenbaar willen maken. Deze kunnen zijn: toegang krijgen tot informatie die je in staat stelt te krijgen wat je zélf wilt hebben, anderen imponeren met jouw spiritualiteit, anderen hulp bieden voor hun problemen zoals jij ze waarneemt, enzovoort. Wanneer je jouw investering in het ego ziet, ben je in de positie deze los te laten. Dan herken je het ook makkelijker wanneer jouw vermogens je weer in verleiding brengen speciaalheid te zoeken.
Elk juist gebruik van bovennatuurlijke krachten moet noodzakelijkerwijs gericht zijn op het doel en niet op de specifieke situatie, omdat het altijd alléén het doel is dat iets heilig maakt. Wees daarom voorzichtig: als je denkt dat jij het specifieke doel weet van wat je jezelf ziet doen of hoort zeggen, dan is er een grote kans dat je ego tussenbeide is gekomen en het proces leidt. Dat is geen zonde, maar het is niet waarschijnlijk dat het echt behulpzaam is, noch voor jezelf, noch voor iemand anders.
Zo kan het delen van inzichten over vorige levens mensen helpen een eventueel oordeel over zichzelf, of iemand die ze kennen, los te laten. Informatie geven over een overleden familielid kan iemand laten weten dat hij niet veroordeeld wordt voor iets wat hij heeft gedaan of nagelaten. Alles wat het proces van vergeving makkelijker maakt – en mogelijk heb je zelf geen idee wat dat is; in de meeste gevallen weet je dat niet – is een indicatie dat je een vermogen aan de Heilige Geest hebt gegeven zodat Hij het kan gebruiken. Evenzo dient alles wat ons in staat stelt dit leven en de wereld niet al te serieus te nemen, of gemeenschappelijke in plaats van gescheiden belangen te zien, het doel van de Heilige Geest: ons helpen ontwaken uit de droom van afscheiding en zonde.
[Zie ook: V#844 ]