Ik hoor zoveel over de kracht van het afdragen van 10% van je verdiende geld (vooral wanneer je het je niet lijkt te kunnen veroorloven) als een manier om het idee van gebrek of schaarste ongedaan te maken in je bewustzijn, als een daad van vertrouwen dat overvloed je natuurlijke toestand is. Hoe denk jij hierover?
Antwoord: Vanuit het gezichtspunt van Een cursus in wonderen is dit een verwarring van vorm en inhoud, hoewel er niets mis is met het afstaan van tienden als je daarvoor kiest. De focus van de Cursus ligt altijd op het veranderen van de inhoud in onze denkgeest, omdat die de oorzaak is van onze problemen. Dus, een gevoel van schaarste, gebrek of behoefte komt voort uit onze schuld over het afwijzen van onze ware overvloed – onze Identiteit als deel van de Heelheid van God. “Zonder schuld is er geen schaarste. De zondelozen hebben geen nood” (L1.II.3:5-6). Daarom kunnen gevoelens van schaarste alleen ongedaan gemaakt worden door het aanvaarden van Verzoening, het principe dat stelt dat de afscheiding van God niet heeft kunnen gebeuren en daarom niet is gebeurd. Die aanvaarding wordt weerspiegeld in onze keuze onze belangen als dezelfde te zien als die van ieder ander. Dat betekent zonder oordelen naar ons leven kijken wanneer we uiting geven aan het tegenovergestelde ervan: concurrentie, rivaliteit, denken in termen van de een of de ander, en alle vormen van speciaalheid die ons gevoel van elkaar afgescheiden te zijn versterken. Offeren is niet nodig, noch wordt het door de Cursus als behulpzaam beschouwd. “Offeren is een begrip dat God totaal onbekend is” (T3.I.4:1), een principe waar Bijbelse en andere religieuze tradities het uiteraard hevig mee oneens zijn.
“Alleen jij kunt jezelf van iets beroven. Verzet je niet tegen dit inzicht, want daarmee begint waarlijk het dagen van het licht” (T11.IV.4:1-2). Omdat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons gevoel van ontbering, zijn we ook zelf degenen die dat kunnen genezen. Daarvoor moeten we naar binnen kijken naar onze beslissing om liefde achter te houden en afgescheiden te zijn van Jezus of de Heilige Geest. Vervolgens vragen we Hun hulp om die beslissing terug te draaien door onze relaties te vergeven. Dit is geheel en al een zaak van de inhoud in onze denkgeest en niet van gedrag.
Je wilt misschien de volgende alinea’s bekijken die betrekking hebben op schaarste en overvloed: T1.IV.3; T4.II.6,7.