Jezus zegt in Een cursus in wonderen: “Je kunt het lichaam niet tot tempel maken van de Heilige Geest, en het zal nooit de zetel van liefde zijn. Het is de woning van de afgodendienaar, en van de veroordeling van liefde. Want hier wordt de liefde beangstigend gemaakt, en alle hoop opgegeven”(T20.VI.6:1-3). Daaraan voorafgaand zegt hij, verwijzend naar afgoden en met name naar het lichaam: “Het lichaam is het uitverkoren wapen waarmee het ego macht zoekt door middel van relaties” (T20.VI.4:3). Pas geleden zag ik een zwangere vrouw en ik begon na te denken over zwangerschap, afscheiding en het doel van geboorte. Is het niet zo dat de geboorte van weer een nieuw lichaam het idee van afscheiding uitbreidt, omdat het lichaam “het wapen van het ego is in het zoeken naar meer macht?” Vergroten we niet door de geboorte van een lichaam alleen maar de gedachten van afscheiding, en versterken we daardoor niet de illusie en de droom?
Antwoord: Dat lijkt zo; maar in de passages die je citeert, spreekt Jezus vanuit wat wij niveau één noemen (het metafysische niveau – vert.): het contrast tussen werkelijkheid en illusie. Op dat niveau symboliseert het lichaam alleen de moorddadige natuur van het ego, en zijn nooit ophoudende pogingen afscheiding en conflict te laten voortduren. En dan kan het lichaam op zichzelf nooit heilig of liefdevol zijn. Maar ons toesprekend op een ander niveau (niveau twee), binnen het raamwerk van wat wij denken dat werkelijk is, leert Jezus ons dat “liefde het lichaam niet veroordeelt en het liefdevol kan gebruiken, omdat ze respect heeft voor wat de Zoon van God heeft gemaakt en dit aanwendt om hem van illusies te verlossen” (T18.VI.4:8). Jezus weet dat wat wij als werkelijk beschouwen, niet werkelijk is en enkel werd gemaakt om de waarheid aan te vallen. Maar zijn manier om ons te helpen is zachtaardig. Dus leert hij ons om dat wat wij als ‘werkelijk’ zien, te gebruiken om het gevoel van afscheiding - dat we voelen in onszelf en in relatie met alle anderen - ongedaan te maken. Vervolgens vertelt hij ons de wereld en het lichaam op de eerste plaats als neutraal te zien (WdII.294) en ons dan te concentreren op het doel van wat wij denken en doen. En dit doel zal altijd een variatie zijn van deze twee thema’s: ofwel het versterken van ons geloof in afscheiding ofwel het ongedaan maken van dit geloof door middel van vergeving. Wanneer we vooruitgang boeken in deze manier van denken, beginnen we ons geleidelijk en heel natuurlijk los te maken van de identificatie met het lichaam, totdat we uiteindelijk de totale onwerkelijkheid ervan inzien. Op deze manier wordt ons leven een leerschool met verschillende klaslokalen, waarin we of het ego of Jezus als leraar kiezen. Vanuit dit perspectief bekeken kan geboorte, net als al het andere, het doel van het ego dienen of het doel van Jezus. Het is een onjuist gerichte of een juist gerichte keuze. Dit bedoelen we met ‘niveau twee’: het gaat dan om keuzes tussen de onjuist-gerichte denkgeest en de juist-gerichte denkgeest binnen de droom van afscheiding.
Als je een zwangere vrouw ziet, hoef je alleen maar je eigen gedachten waar te nemen. Realiseer je dat je niet weet wat háár Verzoeningspad precies inhoudt. Dit zou het door haar gekozen klaslokaal kunnen zijn waarin zij haar specifieke vergevingslessen leert. En dan zou je ongeveer zo kunnen denken: ‘We geloven allebei dat we hier zijn. Dat betekent dat we allebei geloven dat we onze werkelijke Identiteit verworpen hebben en dat we ons thuis in de Hemel hebben verlaten om een onafhankelijk, afgescheiden bestaan op te bouwen. En we hebben ook allebei in onszelf het middel en alle hulp die we nodig hebben om onze vergissing te corrigeren en terug te keren naar Huis. De specifieke vormen in ons leven zijn misschien verschillend, maar ons doel is hetzelfde. En de liefdevolle hulp van Jezus is even beschikbaar voor ons allebei.’
Nog een laatste opmerking. Denken dat de afscheiding erger gemaakt kan worden is de vergissing alleen maar werkelijk maken, een kardinale ‘zonde’ onder Cursusstudenten! De lineaire tijd is een van ego’s knappe trucjes om ons te doen geloven dat onze ervaringen nieuw en echt zijn. Dat is alleen maar een manier om ons bestaan als individu te bekrachtigen. Om ons denken in de juiste richting om te buigen, vertelt Jezus ons: “…wij zien de reis slechts vanaf het punt waarop ze eindigde en kijken erop terug, terwijl we ons inbeelden dat we haar nog eens maken; en we zien mentaal opnieuw wat is voorbijgegaan” (WdI.158.4:5). In die zin kunnen we de afscheiding niet groter maken of de illusie uitbreiden. Maar het ontwaken uit deze droom van afscheiding hangt af van het doel waarvoor we de wereld en ons lichaam gebruiken. We kunnen in onze denkgeest onze valse identiteit als een individueel zelf versterken, of deze geleidelijk ongedaan maken, met hulp van Jezus of de Heilige Geest, door middel van vergeving. Een kind krijgen is op zichzelf neutraal. Het is het doel achter deze beslissing die het relevant maakt voor de Verzoening. Je wilt het kind niet met het badwater weggooien (om maar een woordspeling te gebruiken!). Dat is een verleiding waar bijna elke student van de Cursus aan ten prooi valt, wanneer hun ego hen blind maakt voor de twee verschillende niveaus van waaruit Jezus tot ons spreekt.