Wanneer ik onvriendelijke gedachten en aanvalsgedachten heb en ze niet onmiddellijk vat, is het dan nodig dat ik me die gedachten tot in de details herinner voor ik ze aan de Heilige Geest of Jezus kan geven om ze te zuiveren en ze voor mij opnieuw te interpreteren? Meestal besef ik pas achteraf dat mijn gedachten onvriendelijk waren en kan ik me de specifieke gedachten niet meer herinneren. Dan zeg ik tegen de Heilige Geest of Jezus dat deze gedachten een doel weerspiegelen dat mij belet mijn ware functie te aanvaarden. Deze aanpak kan ik uitbreiden tot bijna alle zelfzuchtige, op het ego gebaseerde gedachten die ik meestal heb. Ze lijken allemaal snel voorbij te gaan en soms bundel ik ze gewoon en bied ze dan aan. Kun je me hierbij helpen?
Antwoord: Uiteindelijk doet de specifieke vorm van onze aanvalsgedachten er niet toe. We bekommeren ons over het doel of de bedoeling ervan. Dat doel is altijd het versterken van onze eigen schuld en gevoel van afscheiding. Dus willen we in contact komen met dat doel in onze denkgeest en niet met de specifieke gedachten en woorden en daden die we voor dat doel gebruikt hebben.
Voordat we dat niveau bereiken waarop we onze lessen kunnen veralgemenen, is het echter belangrijk dat we geen enkele specifieke stap overslaan die ons tot de herkenning brengt dat alle door ons ego gemaakte oordelen dezelfde zijn. En daarom zou je jezelf zo eerlijk mogelijk de vraag moeten stellen of jouw probleem om je de bijzonderheden te herinneren misschien het resultaat is van een gevoel van angst of schuld over deze gedachten. Dat gevoel zegt dan tegen je: ‘Kijk niet! Deze oordelen en aanvalsgedachten zijn te afschuwelijk om naar te kijken. Aanvaard maar gewoon dat je gezondigd hebt en maak je er dan vanaf door de zware last aan Jezus of de Heilige Geest aan te bieden.” Dat is niet precies wat Jezus van ons vraagt (T13.III.1:1-2)! Maar alleen jij kunt voor jezelf de vraag beantwoorden of het je eigen angst is die de specifieke gedachten uit je bewustzijn houdt.
Als dat inderdaad het geval is, wil jij je er niet te druk over maken. Ja, je bent bang, maar wie is dat niet? Al wat je dan kunt doen is bereidwilligheid gaan ontwikkelen om naar je ego te kijken en je aanvankelijk misschien eerst te herinneren hoe het je in het recente verleden verstrikt heeft in zijn capriolen. En mettertijd, door te oefenen, zul je jouw keuze dat je voor het ego kiest gaan herkennen terwijl je er midden in zit. Dit is waardevol omdat je dan zult weten dat je een andere keuze kunt maken op het ogenblik dat je ervoor kiest je met het ego te vereenzelvigen. Het is dan niet nodig dat je het lijden en de pijn die gepaard gaan met je vereenzelviging met het ego, langer laat duren. Probeer dus niets te forceren en dwing jezelf niet iets te herinneren, maar biedt eenvoudig dat beetje bereidwilligheid aan om samen met Jezus of de Heilige Geest naar je ego te kijken (T12.II.10), zodat je kunt zien dat het niets is.