Ik vraag me af wat Een cursus in wonderen te zeggen heeft over het bewustzijn van planten en dieren en misschien zelfs onbezielde voorwerpen. Ik vind de hele kwestie heel verontrustend – ‘de natuur, rood van tand en klauw’ – en ik vraag me af of planten pijn voelen wanneer ze geplukt, gesneden, of gegeten worden, enz. Ik heb altijd van de natuur gehouden en bekommer me hartstochtelijk om het milieu, het behoud van de biodiversiteit, enzovoort. Ik denk er ook over om beroepshalve tuinier te worden. Toch voel ik me heel erg verscheurd omdat ik door het maken van een betere leefomgeving toelaat dat er meer planten, dieren, insecten enzovoort in de wereld komen die pijn lijden, en ik ook pijn berokken aan de roofsoorten die ik verwijder.

Die hele kwestie brengt me heel erg in verwarring en in Een cursus in wonderen ontbreken specifieke richtlijnen. Alles goed en wel om te zeggen dat de wereld een droom is; zo’n argument zorgt ervoor dat mensen, planten en dieren zonder onderscheid op allerlei manieren afschuwelijk slecht behandeld kunnen worden. Maar zeggen dat dit niet werkelijk is, helpt niet. Het enige dat op dit moment werkelijk is, is wat nu ervaren wordt, niet wat ervaren zou worden als dit niet door de illusie werd versluierd.

Ik ben niet de enige die zo denkt. Het jaïnisme gaat extreem ver om aan niets schade te berokkenen. Sommige jaïnisten dragen maskers over hun gezicht om te voorkomen dat ze insecten en andere beestjes inademen, en vegen voorzichtig het pad voor hen schoon om te vermijden dat ze op levende wezens zouden trappen. Ik heb soms het gevoel dat ik hetzelfde zou moeten doen, en zeker geen pijn zou mogen berokkenen aan de miljoenen grassprietjes die ik afmaai, of als ik rododendrons met gif inspuit om te voorkomen dat ze zich verspreiden en het landschap vernietigen. Maar wil ik het landschap wel behouden of verbeteren als het een slagveld is?

Antwoord: Een van de belangrijkste leringen van de Cursus is dat alle Zonen dezelfde zijn, gelijk van inhoud, niet van vorm. En Jezus spreekt niet uitsluitend over de homo sapiens wanneer hij de term Zoon van God gebruikt; vanuit dit gezichtspunt zegt hij ons dus dat zelfs het kleinste korreltje zand deel uitmaakt van het Zoonschap (T28.IV.9). Als je dus kwalitatieve verschillen ziet, betekent dat dat je denkgeest samenvalt met het ego.

Hoe afschuwelijk het ook is om dit te erkennen, als je zorgvuldig kijkt, zul je zien dat de hele wereld een ‘slagveld’ is. Welk niveau deelt niet op de een of andere manier het ego-genoom van doden of gedood worden en de een of de ander? Waar zijn er groei- en overlevingskansen die niet ten koste van iemand anders gaan? – wortelstelsels; insecten; het leven in de zeeën; micro-organismen; vennootschappen; regeringen; verdedigingssystemen. Wat kan overleven zonder aan een ander voedsel te ontnemen? Wat hebben we nodig om te overleven dat niet tegelijkertijd potentieel schadelijk of dodelijk is, om maar te zwijgen over beperkt? Toegegeven, er zijn voorbeelden van verbazingwekkende schoonheid, onbaatzuchtigheid en hulpvaardigheid. Maar als je de bovenlaag eraf schraapt, zie je dan niet dat de meeste voorbeelden van schoonheid getint zijn door pijn of kwetsbaarheid? Zijn de meeste voorbeelden van onbaatzuchtigheid niet getekend door opoffering? Zijn de meeste vormen van hulpvaardigheid niet beperkt?

Ervan uitgaande dat de wereld haar ontstaan te danken heeft aan de kwaadaardige en opstandige bedoeling van het ego om een bestaan te produceren dat geheel losstaat van Gods Koninkrijk van Liefde en Eenheid, hoe zou ze dan iets anders kunnen zijn dan ze is? Ze werd gemaakt als een aanval (WdII.3.2:1); en aangezien “ideeën hun bron niet verlaten” (bv. WdI.132.10:3), is ze slechts een replica van de gedachte die haar maakt. Daarom onderwijst Jezus: “Probeer dan ook niet de wereld te veranderen, maar kies ervoor je denken over de wereld te veranderen. Waarneming is een gevolg, geen oorzaak” (T21.In.1:7-8). Het probleem is echter dat we ons zo sterk met de ego-versie van de werkelijkheid vereenzelvigd hebben, dat we er geen besef van hebben dat we een denkgeest zijn die steeds besluit deze aanval op de waarheid in stand te houden. Om zijn systeem – zichzelf – te beschermen, zorgt het ego ervoor dat we onze aandacht volledig op de vorm richten en geloven dat er een hiërarchie van waarden en wezens is, wat leidt tot wat Jezus “de eerste wet van de chaos” (T23.II.2, 3) noemt. We denken dat wat we waarnemen werkelijkheid is. Dus raken we geobsedeerd door de verdediging van wat wij goed en waardevol achten tegen wat we slecht of bedreigend achten, en raken ondertussen volkomen in de war en gefrustreerd, omdat we intuïtief voelen dat de situatie hopeloos is. En dat alles omdat we het totale beeld uit het oog hebben verloren: een illusie is een illusie is een illusie. Een deel van een illusie heeft niet meer waarde dan een ander deel.

Gelukkig is er een oplossing, en die vereist niet dat je ontkent wat je ziet en ervaart. Jezus is de liefdevolle aanwezigheid in onze denkgeest die ons helpt naar het innerlijk gezonde deel van onze denkgeest terug te keren, waar we ons de stappen kunnen herinneren die ons naar deze deprimerende toestand hebben geleid en er dan voor kunnen kiezen om met het genezingsproces te beginnen door op een andere manier naar alles te kijken. Dat betekent: ons leven zien als een klaslokaal en al onze relaties en interacties als het leerplan dat Jezus kan gebruiken om onze denkgeest terug te brengen tot zijn natuurlijke staat van vrede en eenheid. De wereld zal blijven wat ze is, maar omdat ons gezichtspunt veranderd is, zal onze waarneming ervan veranderen. Zo kunnen we ons lichaam en de wereld voor dit doel leren gebruiken door in onze denkgeest van leraar te veranderen: van het ego naar Jezus of de Heilige Geest. Elke rol die je in de wereld kiest, kan dit doel dienen, en dit doel alleen is wat je leven betekenis geeft. Het denksysteem in je denkgeest is het probleem, niet de wereld. Waarom zou je de wereld – die gemaakt is om je ware Identiteit te verbergen – jou laten zeggen wie je bent en wat je doel zou moeten zijn?

Een cursus in wonderen leert ons, als spiritueel pad, dat er geen uitweg is uit conflict en hopeloosheid tenzij we openstaan voor het idee dat we kiezen voor wat we willen dat werkelijk is in onze waarneming: “Waarneming selecteert, en maakt de wereld die jij ziet. Ze kiest die letterlijk uit volgens de aanwijzingen van de denkgeest. … Waarneming is een keuze en geen feit. Maar van deze keuze hangt veel meer af dan jij vooralsnog beseft. Want van de stem die jij verkiest te horen en van de beelden die jij verkiest te zien, is heel je geloof in wat jij bent volkomen afhankelijk. Waarneming getuigt slechts hiervan en nooit van de werkelijkheid. Toch kan ze jou ofwel de voorwaarden laten zien waaronder het mogelijk is je van de werkelijkheid bewust te zijn of die waarbij dat nooit het geval kan zijn” (T21.V.1:1-2; 7-11).

Dit is zonder twijfel een radicaal onderricht. Het zet alles wat we in deze wereld geleerd hebben ondersteboven en is daardoor bedreigend voor het fundament van ons zelfbeeld en ons leven. En de enige mensen die hiervoor ontvankelijk lijken te zijn, zijn degenen die een andere aanpak hebben geprobeerd en die niet toereikend vonden, of die hun handen in wanhoop in de lucht hebben gestoken en hebben uitgeroepen: ‘Er moet een betere manier zijn!’.

Je kunt V#134 en V#340 eens lezen, die deze kwestie ook behandelen.

 

Miracles in Contact Facebook Page  Miracles in Contact YouTube Page  Miracles in Contact Instagram Pagina