Ik weet dat Een cursus in wonderen niet gericht is op het niveau van gedrag. Volgens de Cursus is een depressie een poging om God aan te vallen. Daarom ben ik boos op mezelf, omdat ik me depressief voel over de oorlog in Irak. Ik denk dat ik ‘daarboven’ moet staan. Was het verkeerd dat ik hoopte dat vrede zou zegevieren op een fysieke niveau? Het feit dat ik depressief ben omdat dit niet is gebeurd, is dat een teken van mijn speciaalheid?
Antwoord: Het is heel normaal om te hopen dat vrede op het fysieke niveau zegeviert, en vele anderen voelen zich ook depressief over de oorlog en over de toestand van de wereld in het algemeen. De enige vergissing die je begaat is dat je boos bent op jezelf en denkt dat je boven een depressie moet staan.
Door depressie en godslastering met elkaar te verbinden (T10.V), vestigt Jezus op een veelzeggende manier onze aandacht op de gevolgen in onze denkgeest wanneer we trouw zijn aan het ego (in het bijzonder aan de god van ziekte), in plaats van aan zijn genezende liefde. Wanneer je depressief wordt, is het enige dat je gedaan hebt je vereenzelvigen met de zienswijze van het ego. Maar hoogstwaarschijnlijk vereenzelvig je je door de dag heen op vele andere manieren met het ego. Waarom zou deze vorm je dan verbazen? Het wordt gemakkelijk vergeten dat het een ego-reactie is als je bang bent omdat je geen zuurstof meer krijgt. We hebben de hele tijd ego-reacties, en het is een vergissing daar hiërarchie in aan te brengen. Telkens wanneer je in de verleiding komt jezelf te beoordelen omdat je voelt dat je boven a, b of c zou moeten staan, moet je daar meteen mee ophouden en bedenken dat dit oordeel van je ego afkomstig is, en dus niet serieus genomen moet worden. Jezus zou die oordelende woorden nooit gebruiken, gezien de milde en zachtmoedige manier waarop hij ons leiding geeft.
Nogmaals, het is heel normaal dat je vrede in de wereld wilt, maar je kunt het ook bekijken in de context van jouw speciale relatie met je identiteit als individu in ‘jouw’ wereld. In die zin zou je identiteit als persoon veiliger en minder problematisch zijn als er in de wereld geen conflicten waren. Je ongeduld en depressie over het tumult herinnert je er misschien aan dat je je op een diep niveau heel onveilig voelt, omdat je ergens in je denkgeest weet dat je individuele bestaan niet authentiek is. In je verkeerde/ego-denken geloof je (net als wij allemaal) dat je bestaan ten koste van God tot stand is gekomen. Een wereld zonder grote beroeringen is dus een verdediging tegen dat gevoel van onveiligheid, dat altijd aanwezig is in de denkgeest, die gelooft dat hij zich van God heeft afgescheiden. En aangezien wij de wereld hebben gemaakt ter vervanging van ons werkelijke thuis in de Hemel – en ook nog beweren dat we het heel goed zonder God kunnen stellen – hebben we dus het gevoel dat we gefaald hebben wanneer de wereld ‘niet goed functioneert’. Dan is depressie een van de reacties op dat gevoel van falen, want we worden er nog maar eens aan herinnerd dat we God ontkennen (godslastering).
Aan de andere kant, voor sommige mensen beschermt het bezig zijn met chaos en strijd in de wereld hen tegen het omgaan met de chaos en strijd in hun eigen denkgeest. Maar deze verdediging – zoals alle verdedigingen – versterkt hun onbewuste schuld, want dan willen ze dat er ellende in de wereld is vanwege hun eigen behoefte aan bescherming tegen hun denkgeest.
Het goede nieuws dat Jezus ons in de Cursus meedeelt is dat ware vrede niet van iets uiterlijks afhangt om te zijn wat ze is. Hij helpt ons inzien dat vrede in de wereld, zelfs al wordt die bereikt, altijd een kwetsbare vrede is en ons daarom niet de troost brengt waarnaar we verlangen. Ze hangt af van de aanwezigheid van specifieke voorwaarden, en er zijn bewakers nodig, of ‘vredestroepen’, zoals regeringen ze zo veelbetekenend omschrijven. De innerlijke vrede die Jezus ons biedt wordt ons gewoon teruggegeven; het is niet iets dat we moeten verdienen. En gelukkig wordt ze ons eenvoudigweg teruggegeven doordat wij kiezen tegen de blokkades voor haar aanwezigheid. Dit betekent dat we ons er eerst van bewust moeten worden hoe we de innerlijke vrede tegenhouden en hoe we ons ertegen verdedigen. Dat is onze eigen persoonlijke ‘vredesmacht’, onze onophoudelijke waakzaamheid voor onze aanvallen tegen ons Zelf. Wanneer deze blokkades eenmaal weg zijn, stroomt de vrede op natuurlijke wijze door ons heen, en dan houden we ons niet bezig met hoe ze wordt uitgebreid, en of anderen haar wel ontvangen als ze wordt aangeboden.