Er werden verschillende vragen gesteld over de oorsprong van het ego, zoals deze hieronder:
Als de Hemel en de Liefde van God totale voldoening zouden geven, waarom zou de Zoon er dan voor kiezen te dromen dat hij is weggegaan?
Als God volmaakt en eenheid is en een Zoon heeft die volmaakt en eenheid is, hoe kan er in zo’n denkgeest dan ooit een onvolmaakte gedachte van afscheiding en verdeeldheid zijn ontstaan?
Wanneer de Verzoening eenmaal aanvaard is, hoe weten we dan dat we niet opnieuw voor het ego kiezen?
Hoe kunnen we ‘een ervaring’ bereiken die volgens de Cursus de paradox van het ego zal oplossen?
Antwoord: Deze vragen zijn eigenlijk uitspraken in de vorm van vragen van een ego-denkgeest, die verkondigen: ik weet dat het ego werkelijk is en nu wil ik dat jij uitlegt hoe dat is gebeurd en hoe je weet dat het niet weer zal gebeuren.
De vraag ‘hoe is het ego ontstaan’, en al zijn variaties, is ongetwijfeld de door studenten van Een cursus in wonderen meest gestelde vraag. Dat is heel natuurlijk voor een ego dat wil weten waar het vandaan kwam, net zoals een kind aan zijn ouders vraagt waar het vandaan komt. Het probleem is dat het ego zelf helemaal niet natuurlijk is. De Cursus leert ons dat het ego in werkelijkheid nooit ontstaan is. Hoe zouden we in de Cursus dan ooit een intellectueel bevredigend antwoord kunnen vinden op de oorsprong van het ego? Wie vraagt hoe het onmogelijke ooit kon gebeuren, moet zichzelf wel als een afgescheiden en individueel wezen zien. En iemand die op die vraag antwoordt, moet het er dan wel mee eens zijn dat de afscheiding inderdaad heeft plaatsgevonden. Bovendien, als die één keer heeft plaatsgevonden, kan dat tot in het oneindige gebeuren, en dat is in zekere zin ook zo. Dag in dag uit wordt ons de keuze geboden om te geloven in de werkelijkheid over onszelf als een ego of als Zoon van God. Je afvragen of de afscheiding zich kan herhalen, is dus dezelfde vergissing begaan als geloven dat deze überhaupt heeft plaatsgevonden. Zoals de Cursus zegt:
“Wie jou vraagt het ego te definiëren en uit te leggen hoe het is ontstaan, kan alleen maar iemand zijn die denkt dat het werkelijk is en die dankzij deze definitie probeert te waarborgen dat de illusoire aard ervan achter de woorden wordt verborgen die het werkelijk doen lijken. Er bestaat geen definitie voor een leugen die dient om deze waarheid te verlenen” (VvT2.2:5-3:1).
“Het ego zal veel antwoorden eisen die deze cursus niet geeft. Hij herkent niet als vraag wat slechts de vorm heeft van een vraag waarop geen antwoord mogelijk is. Het ego vraagt misschien: ‘Hoe heeft het onmogelijke plaatsgevonden?’ ,‘Waaraan heeft zich het onmogelijke voltrokken?’, en kan dit in vele vormen vragen. Maar er is geen antwoord, alleen een ervaring. Zoek die alleen, en laat theologie je niet ophouden” (VvT.In.4).
Gods Liefde is de ervaring waarover de Cursus in bovenstaand citaat spreekt. Deze ervaring wordt bereikt via het vergevingsproces, dat de blokkades wegneemt voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde (T.In.1:7). De bedoeling van Een cursus in wonderen is dan ook ons te helpen deze ervaring te bereiken.
[Zie ook: V#270 ]